In de journalistiek is beeldbewerking op z’n minst niet sjiek. Een foto geeft al een selectief beeld en bewerking zorgt voor nog meer vertekening van de werkelijkheid. Met beeldbewerking kan alles, maar mag ook alles?
Portretrecht
Een foto van een persoon, kan een beeld schetsen over die persoon. Zelfs zonder verdere context te scheppen door de publicatie ervan. Met een onschuldige foto is niet zoveel aan de hand. Maar de compositie en uitsnede kunnen soms al zorgen dat de foto niet meer zo onschuldig is. Beeldbewerking kan dat nog veel erger maken.
Denk bijvoorbeeld aan de foto van Vincent Menzel die door Jupiler bewerkt en verspreid was. Het flesje Oranjeboom bier werd vervangen door een flesje Jupiler en bij de man ernaast, die op de originele foto helemaal niets in zijn handen heeft, werd ook een flesje Jupiler in zijn handen gemanipuleerd. Voor dat laatste is het ergste. Misschien was het iemand die helemaal geen alcohol drinkt en waarvan dus nu gedacht wordt dat hij stiekem tijdens voetbalwedstrijden wel dronk.
Wat mag een opdrachtgever?
Opdrachtgevers denken vaker dan ons lief is dat als ze voor een foto of opdracht betaald hebben, ze werkelijk alles met het beeld mogen doen wat ze willen. Dus hop, croppen maar, de foto lekker grijs maken en kek dat vlinderdasje van de dagvoorzitter wel in kleur. Collage’s, groot tekst over de foto’s en wat je verder nog kunt verzinnen. Mogen die opdrachtgevers dat nou wel zomaar doen?
Dat is afhankelijk van je licentie. Als het goed is zorg je voor een zeer duidelijke licentie waar ook in vermeld staat wat er met de foto gedaan mag worden. Mag die gecropt worden, mogen er teksten over de foto’s gezet worden etcetera. Heb je daar niets over afgesproken, dan zijn we overgeleverd aan de omstandigheden van het geval en wat zowel jij als fotograaf als jouw opdrachtgever mochten verwachten. Bij ‘foto’s voor de website’ ontkom je er immers meestal niet aan om de foto’s aan te passen op het gebruikelijke formaat. Er moet dan wel bijgesneden worden. Ook als jij van mening bent dat het je foto nou niet bepaald ten goede komt. Sterker nog, er zijn rechters die vinden dat zelfs als af is gesproken dat de foto’s niet gewijzigd en aangepast mogen worden, het croppen wel is toegestaan als dat nodig is voor een bepaalde toepassing.
Bewerking en de rechtspraak
Het is een van de zogenaamde persoonlijkheidsrechten van een maker van een werk om zich te verzetten tegen het wijzigen van het werk, tenzij het in strijd zou zijn met de redelijkheid. Die redelijkheid maakt het hier lastig. Want wat is redelijk en vanuit welk standpunt moet je dat dan bekijken? Rechters zijn geen fotografen of kunstenaars. Ze hebben geen flauw idee hoe belangrijk bijvoorbeeld een compositie kan zijn voor een beeld. Gevolg: bijna elke bewerking wordt door de rechter als ‘redelijk’ bestempeld. Met name wanneer het gaat om bijsnijden en teksten over foto’s leggen. Alleen de meer extreme bewerkingen, die ook nog nut missen, zouden mogelijk ook door een rechter als onrechtmatige bewerking gezien kunnen worden. Probleem: die extreme bewerkingen zijn juist meestal geen gewone onrechtmatige bewerkingen meer, maar zijn al snel een verminking.
Wanneer is een wijziging een verminking?
Het recht je te verzetten tegen verminking van je werk, is namelijk een ander persoonlijkheidsrecht. Het recht je te mogen verzetten tegen wijziging van het werk is eigenlijk een beetje lege regel geworden, omdat de wijziging redelijk is of een verminking is. Iets er tussenin komt eigenlijk nooit voor.
Er is pas sprake van verminking, als de bewerking van het werk zo ver gaat, dat de maker daardoor reputatieschade oploopt. Het wijzigen, verminken of misvormen van het werk schendt dan de eer en goede naam van de maker. Logisch dat het niet mag, maar ook erg subjectief. Wanneer gaat een wijziging zo ver dat het een verminking oplevert. In elk geval is het vernietigen van het werk geen verminking in de zin van de wet. Het werk bestaat dat immers in zijn geheel niet meer, dus kan er ook geen sprake meer zijn van reputatieschade.
Wat zijn de consequenties?
Heel veel hangt in de basis af van de afspraken die gemaakt zijn. Waarvan heeft de fotograaf gezegd dat het goed was en waar heeft hij de grens getrokken? Zo kan er bijvoorbeeld afstand worden gedaan van het recht je te verzetten tegen het wijzigingen van het werk of het anders benamen van het werk. Daar hoeft niet expliciet afstand van te worden gedaan. Dat kan ook uit de omstandigheden blijken. Maar dat geeft wel een hoop onduidelijkheid. Bijvoorbeeld omdat de fotograaf wist voor welk doel de foto’s gebruikt zouden worden.
Een werk verminken mag nooit. Makers kunnen ook geen afstand doen van het recht zich tegen verminking te verzetten. Ook als een licentienemer de foto’s mag bewerken en wijzigen, geeft dit de licentienemer nog geen onbeperkt recht om maar alles met dat werk te doen wat hij/zij wel. Bewerkingen die zo ver gaan dat het een verminking of misvorming oplevert, mogen immers niet. Extra belangrijk dus om juist duidelijk grenzen aan te geven op het moment dat er afspraken over gemaakt kunnen worden.
Schadevergoedingen zijn relatief laag. Als de voorwaarden van DuPho worden gehanteerd, dan is de boete gelijk aan de normale licentievergoeding. Omdat er steeds minder voor foto’s wordt betaald, is daarmee ook de boete relatief laag. Was er geen overeenkomst of probeer je op een andere wijze de schade aan te tonen, dan is de schadevergoeding voor verminking vaak ergens tussen de €1000 en €1200,-. Veel meer of veel minder komt ook voor. Alles hangt af van de ernst van de verminking en de onderbouwing van de schade (en de kennis en mening van de rechter).
Wat moet je regelen?
Als je foto’s bij een beeldbank inlevert, wil je vooral niet aansprakelijk gehouden worden voor schade ten gevolge van jouw foto’s of het gebruik daarvan. Net zoals je immers niet kunt weten hoe een foto gebruikt wordt, waardoor jouw foto opeens wel inbreuk maakt op het portretrecht, terwijl de foto dat op zichzelf wellicht nog niet doet. Ook als je op andere wijze licenties verleent moet je duidelijk maken waar de grenzen liggen. Geeft eventueel aan wat nog wel mag en wat niet meer, zodat er een betere indruk van de grenzen ontstaat. Zonder deze afspraken ben je overgeleverd aan het oordeel van een derde, zoals die van de rechter, die argumenten van beide partijen moet afwegen.