Link tax en het uploadfilter waren onderdeel van discussie en stemming bij het Europees Parlement op 12 september 2018. Er zijn een hoop amendementen aangenomen, waardoor de tekst er anders uit is gaan zien. De gevolgen daarvan, mogen memes bijvoorbeeld nog, leg ik je hier uit.
Aanbieder van online diensten
Een van mijn bezwaren was dat de regels wel bedoeld waren voor grote platformen, maar ze zo niet geformuleerd waren. Iedereen die dus zou linken of uploaden, zou onder deze regelgeving vallen. Zelfs kleine bloggers of beheerders van fora, mogelijk zelfs beheerder van Facebookgroepen. Dat vond ik veel te ver gaan.
Dat vond het Europees Parlement kennelijk ook. Ze hebben daarom een nieuwe definitie toegevoegd: aanbieder van online diensten om inhoud te delen.
Deze aanbieder moet een winstoogmerk hebben en een aanzienlijke hoeveelheid auteursrechtelijk beschermd werk opslaan en aan het publiek aanbieden.
Micro-ondernemingen en kleine ondernemingen vallen hierbuiten. Een kleine onderneming is een onderneming met minder dan 50 medewerkers en een omzet van minder dan 10 miljoen euro per jaar.
Ook uitgezonderd zijn:
- Niet commerciële dienstverleners, zoals online encyclopedieën;
- Wanneer geupload is met toestemming van alle betrokkenen en rechthebbenden;
- Clouddiensten voor individueel gebruik die geen rechtstreekste toegang tot het publiek bieden;
- Open source software-ontwikkelingsplatforms;
- onlinemarktplaatsen die fysieke goederen verkopen.
Aansprakelijkheid voor hosting providers en clouddiensten
Wat er precies onder clouddiensten voor individueel gebruik gezien moet worden, is me niet helemaal duidelijk, maar gezien de rest van de tekst lijkt me dat alle hosting partijen die alleen opslaan en niet zelf openbaar maken daar onder vallen, dus ook als ze websites hosten waar onrechtmatig geupload wordt.
De bestaande regels voor de aansprakelijkheid van hostingproviders blijft natuurlijk wel bestaan. Als ze weten van de onrechtmatigheid moeten ze nog steeds meewerken aan de verwijdering van de werken, bijvoorbeeld.
Toch geen link tax
Artikel 11 van de voorgestelde nieuwe auteursrechtrichtlijn, geeft uitgevers va perspublicaties dezelfde rechten als makers van auteursrechtelijke werken. Uitgevers zijn immers niet zelf de auteursrechthebbende, maar spreken vaak een licentie af met de auteurs.
Een hyperlink die geen mededeling aan het publiek is, wordt niet beschermd door deze regeling.
Een beperking op de openbaarmaking en verveelvoudiging, zoals het citaatrecht, is niet geregeld. Lidstaten mogen die beperkingen wel inpassen, maar die verplichting is er dus niet.
Ook een klein deel van een beschermd werk overnemen, zou daarmee een inbreuk zijn. De beperking van het citaatrecht is er immers (nog) niet.
In een hyperlink zit vaak de titel van een artikel of er zijn woorden waarachter de hyperlink plaatsvindt. Bovendien worden bijvoorbeeld door Google en Facebook niet alleen de link zelf getoond, maar wordt de titel met de eerste paar zinnen (snippets) overgenomen. Daar kan auteursrecht op rusten. Dan zou er mogelijk toch sprake kunnen zijn van een inbreuk.
De nieuwe bewoording geeft hier een aantal oplossingen voor:
- Perspublicaties mogen wel op legale, niet commerciële wijze worden gebruikt door individuen. Denk aan de privékopie en thuiskopie.
- Een hyperlink mét losse woorden (snippets)
- Geldig tot 5 jaar na publicatie.
Doordat nu toch die snippets toegestaan zijn, is het probleem opgelost van het vertonen van links met een klein beetje context.
Vergoedingen naar de makers
Deze nieuwe regels zijn er voor de uitgevers. Zij kunnen op deze manier extra vergoedingen claimen voor het verveelvoudigen en openbaar maken van perspublicaties. Daar is nu een regel aan toegevoegd dat een deel van die vergoeding moet doorsijpelen naar de makers van die werken.
Uploadfilter niet meer voor iedereen
Het eerste voorstel was zo geformuleerd dat iedereen die een dienst van de informatiemaatschappij levert, vooraf moet controleren of geuploade content wel rechtmatig is.
Een dienst van de informatiemaatschappij is een ‘dienst die gewoonlijk tegen vergoeding, langs elektronische weg, op afstand en op individueel verzoek van een afnemer van diensten verricht wordt’. Maar ook als er niet betaald wordt, maar wel informatie verschaft wordt, is het een dienst van de informatiemaatschappij (overweging 18). Heel veel websites en blogs vallen daarom onder deze definitie.
De nieuwe tekst gaat gelukkig niet meer over alle diensten van de informatiemaatschappij, maar geldt voor aanbieders van online diensten, waarbij kleine ondernemers en individuen zijn uitgezonderd.
Beperkt uploadfilter
Het uploadfilter wordt bovendien beperkt. Moesten er eerst nog technische maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat er onrechtmatige content werd gepubliceerd, nu gaat het toch om een menselijke toetsing achteraf.
De aanbieders van online diensten (platformen) moeten licenties sluiten met auteursrechthebbenden, zodat gebruikers van de online diensten werken kunnen uploaden. Natuurlijk hebben makers geen verplichting die licenties te sluiten, ze mogen nog steeds zelf bepalen wie en hoe hun werken openbaar worden gemaakt.
De licentie geldt overigens alleen voor niet-commerciële gebruikers van de platformen. Bedrijven, dus ook influencers die voor hun werk betaald krijgen, mogen nog steeds niet zomaar werk van een ander uploaden zonder daar zelf voor te moeten betalen.
Daarnaast stelt de regel nu duidelijk dat de aansprakelijkheid van die aanbieders van online diensten er niet toe mag leiden dat wat wél is toegestaan, zoals citaten, parodieën (waaronder memes) en dat soort zaken worden tegengehouden.
Er moet nu vooral een klachtrecht achteraf komen, waarbij dus mensen moeten beoordelen of de content wel of niet rechtmatig naar de aanbieder van de online dienst is geupload.
Google Tax
Nieuw is wat ik noem de ‘Google tax’. Er moet betaald worden voor het automatisch reproduceren, indexeren en verwijzen naar visuele content. Het automatische is hier belangrijk. Door deze formulering is duidelijk dat het vooral om zoekmachines draait of andere websites die geautomatiseerd indexeren en verwijzen of reproduceren.
Er moet een eerlijke vergoeding betaald worden hiervoor, op verzoek van de rechthebbende. Dat kan ook geregeld worden door collectieve beheersorganisaties. In Nederland zou dat Pictoright zijn.
Auteurscontractenrecht
Goed nieuws is dan weer wel dat er ook vanalles is geregeld rondom billijke vergoedingen voor auteursrechthebbenden. Een soort uitgeklede versie van het auteurscontractenrecht dat we in Nederland sinds een aantal jaren hebben.
Beter dan hiervoor
De nieuwe tekst is een stuk beter dan wat het hiervoor was.
Hyperlinks, inclusief snippets, zijn toegestaan, maar er moet betaald worden voor het vertonen van de afbeeldingen erbij.
Het uploadfilter is eigenlijk ook van de baan. Geen voorafgaande technische beoordeling meer, maar wel meer verantwoordelijkheid voor platformen om afspraken te maken over het gebruik van werken, betalen om derden te laten uploaden en ervoor te zorgen dat makers makkelijker kunnen klagen of een vergoeding kunnen krijgen voor inbreuken. Tegelijkertijd moeten de platformen er ook voor zorgen dat bijvoorbeeld citaten en parodieën, zoals memes, niet zomaar verwijderd worden.
Bovendien worden kleine ondernemers en platforms ontzien.
Let wel, de basis van het auteursrecht verandert niet. Werk van een ander gebruiken, daar zal nog steeds vaak toestemming voor nodig zijn.
Lees ook het persbericht van het Europees Parlement