De NVJ protesteert en D66 stelt kamervragen. De nieuwe voorwaarden van De Persgroep, die net iets meer dan een week voor ze in werking zouden treden, zijn verstrekt aan de makers, zou de positie van de makers niet versterken. Nou is het natuurlijk ook niet de taak van een opdrachtgever om de positie van de opdrachtnemer te versterken. Maar goed, een beetje eerlijk mogen we met elkaar handelen. Protest en kamervragen dus. Maar eh, waarover, eigenlijk? Ik moest via-via, met dank aan twitter, achter de voorwaarden komen. Niemand die het wilde of durfde te delen.
Algemeen
Als een freelancer zelf algemene voorwaarden heeft, worden deze uitdrukkelijk van de hand gewezen. Standaard bepaling. Als er afzonderlijke afspraken worden gemaakt, gelden die per overeenkomst. Je kunt dus niet in algemene zin van deze voorwaarden afwijken. Geen probleem, maar wel een puntje waar je even goed op moet letten.
Derden moeten ook akkoord gaan met de voorwaarden
Een freelancer/maker mag van De Persgroep soms best een derde inschakelen om de opdracht te voltooien of werken van derden gebruiken. Echter, moet er dan wel voor gezorgd worden dat deze derde akkoord gaat met de voorwaarden van De Persgroep, althans, dat er toestemming of een licentie is die voldoet aan de voorwaarden van de De Persgroep. De freelancer/maker blijft verantwoordelijk voor het uiteindelijke werk en dus ook voor de auteursrechten met betrekking tot dat werk.
Zelfstandigheid
Er was ook kritiek over het artikel over zelfstandigheid. Als de freelancer namelijk te veel werk doet voor De Persgroep, waardoor de freelancer door bijvoorbeeld de belastingdienst niet meer als freelancer wordt aangemerkt, draait de freelancer op voor de kosten.
Maar laten we wel wezen, alleen de freelancer zelf kan zorgen voor voldoende verschillende opdrachtgevers. De Persgroep heeft daar simpelweg geen invloed op. Als dit artikel er niet in zou staan, zou het betekenen dat De Persgroep nooit veel opdrachten aan eenzelfde persoon zal geven. Dat zou immers te risicovol worden. Kortom, zorg zelf dat je naast opdrachten voor De Persgroep ook voldoende andere opdrachten hebt en een geldige VAR verklaring (of opvolger daarvan) kunt overleggen.
Naamsvermelding
Over naamsvermelding hebben ze geen algemene regel opgenomen. Of de naam van de maker bij het werk wordt vermeld, kan verschillen per redactie en per overeenkomst. Kortom: per keer goede en duidelijke afspraken maken!
Wat mag De Persgroep met jouw werk doen?
De freelancer/maker blijft auteursrechthebbende van het werk. De Persgroep zal er ook aan meewerken om de maker het werk zelf nog te laten exploiteren, zodra dat de exploitatie van uitgaven van De Persgroep niet meer in de weg zit. In die zin geef je een tijdelijk exclusieve licentie. Niet gek, want als concurrenten van De Persgroep het werk tegelijkertijd zouden mogen publiceren, zal er van een uitgave van De Persgroep minder verkocht worden, halen ze minder geld binnen, hebben ze dus ook nog minder geld om freelancers te betalen.
De exclusieve periode geldt voor 7 dagen na plaatsing, lezen we even verderop.
Als maker krijg je, na die exclusieve periode, wel standaard het recht:
Dat tweede lijkt me een grapje. Citeren (art. 15a Aw), is namelijk een uitzondering op het auteursrecht. Dat kun je iemand niet verbieden te doen. Nou verbieden ze het ook niet expliciet, maar om het nou een recht te noemen….
Concurrentie
De Persgroep heeft een soort verkapt concurrentiebeding opgenomen. Als je voor De Persgroep over een bepaald onderwerp hebt geschreven, mag je niet voor een andere opdrachtgever over datzelfde onderwerp schrijven. De Persgroep wil directe concurrentie vermijden. Dat geldt vooral gedurende de exclusieve periode van 7 dagen na plaatsing of wanneer je met De Persgroep hebt afgesproken op regelmatige basis over een bepaald onderwerp te zullen schrijven. Dit raakt dus voornamelijk de nicheschrijvers.
Licenties
De Persgroep neemt uitgebreid de ruimte om simpelweg te zeggen dat ze het werk in alle eigen uitgaven mogen gebruiken, het werk mogen vertalen en inkorten en dat ze de werken ook door anderen mogen laten uitgeven of aan derden mogen sublicentieren. Die rechten willen ze vervolgens eeuwigdurend, alle soorten uitgaven en nou ja, gewoon zonder beperkingen eigenlijk.
Opname in een databank
Volgens het nog door de Eerste Kamer goed te keuren wetsvoorstel Auteurscontractenrecht, moet er wel werkelijk gebruik gemaakt worden van een licentie. Doet de licentienemer dat niet, kan de maker uiteindelijk dat recht weer intrekken (even kort door de bocht gesteld). Door het werk in een databank beschikbaar te houden, vinden ze dat ze voldoende gebruik maken van de licentie. De vraag is, of dit wel voldoende is als het wetsvoorstel wordt goedgekeurd. Daarin staat namelijk: “Een beding dat voor een onredelijk lange of onvoldoende bepaalde termijn aanspraken op de exploitatie van toekomstige werken van de maker inhoudt, is vernietigbaar.”
Vergoeding
In een overeenkomst tussen de freelancer en De Persgroep wordt (per werk) een honorarium overeengekomen. Dat is het enige honorarium dat De Persgroep, ten behoeve van dat specifieke werk, zal verstrekken. Vervolgens blijkt er een mogelijkheid te zijn voor aanvullende vergoedingen, wanneer ook de inkomsten van De Persgroep groter blijken te zijn dan verwacht en een dwingendrechtelijke bepaling eist dat er een extra vergoeding wordt uitgekeerd.
Hiermee speelt De Persgroep, anders dan de NVJ ons wil doen geloven, in op het Auteurscontractenrecht waarvoor nu het wetsvoorstel bij de Eerste Kamer ligt. Het wetsvoorstel zegt namelijk het volgende: “De maker kan in rechte een aanvullende billijke vergoeding vorderen van zijn wederpartij, indien de overeengekomen vergoeding gelet op de wederzijdse prestaties een ernstige onevenredigheid vertoont in verhouding tot de opbrengst van de exploitatie van het werk.”
Hoe erg zijn deze voorwaarden nu eigenlijk?
Laat ik het zo stellen: nadat ik allerlei mensen er moord en brand over heb horen schreeuwen, vind ik het best wel meevallen. Ik had dit toch een stuk erger verwacht. Het grootste deel van de voorwaarden is vrij algemeen van aard.
De Persgroep wil inderdaad een eeuwigdurende licentie. Dat lijkt me in dit digitale tijdperk ook niet gek. Iedereen moet op zoek naar andere verdienmodellen en ook De Persgroep hoopt nog losse artikelen te kunnen verkopen. Eventueel dus artikelen uit het archief. Of dat nu via de websites van de specifieke uitgave is, via Paper of via Blendle, dat doet er niet toe.
Of het heel onredelijk is om per artikel of foto of ander werk maar een keer een honorarium uit te betalen, hangt er vanaf hoe hoog dat honorarium is. Hoe minder ze verkopen, hoe minder goed ze freelancers kunnen betalen. Als ze minder eigen uitgaven verkopen, zoeken ze andere kanalen. Het wil niet per definitie zeggen dat ze er ook meer mee verdienen. Het kan zijn dat ze daarmee simpelweg hun inkomsten op peil houden. In dat geval is het niet gek dat het honorarium van een freelancer niet mee omhoog gaat. Maar zet De Persgroep nu onredelijk laag in en weten ze juist wel extra te verdienen via die andere kanalen, dan moet de freelancer daar van mee kunnen profiteren, vanaf een bepaald punt. Daarin heeft zowel de wet als deze voorwaarden voorzien.
Voor zover ze het natuurlijk werkelijk gaan sublicentieren aan bijvoorbeeld het buitenland of aan andere uitgaven (dus anders dan het Blendle-systeem), vind ik dat per definitie een extra inkomstenstroom waarvan de freelancer ook wat terug moet zien.
Ik heb verder geen kennis van de bedragen die worden uitgekeerd, dus in hoeverre er gebruik gemaakt moet worden van die bepalingen, kan ik niet zeggen.
Blijf scherp en blijf onderhandelen
Er wordt telkens verwezen naar de overeenkomst. Kennelijk een overeenkomst die per opdracht wordt gesloten. Het is vooral verdomd belangrijk dat je met de redactie goede afspraken maakt. Onder meer over de naamsvermelding en over het honorarium, maar eventueel dus ook over hoe je verder je eigen werk nog zou mogen exploiteren na die exclusieve periode. Dat blijft toch veel belangrijker dan deze algemene voorwaarden.